Toen de Koude Oorlog in het begin van de jaren ’50 in alle hevigheid losbarstte, werd het de Luchtmachtleiding al snel duidelijk dat de Nederlandse vliegvelden potentiële doelen voor aanvallen door het Warschau Pact waren. Veder speelde in de eerste jaren na de tweede wereldoorlog een onbestemde angst voor ‘5e colonnes’ mee.
Voor de bewaking van vliegvelden werd een specialistische bewakingsorganisatie opgericht, het Luchtmacht Bewakings Korps (LBK). Het bestond voornamelijk uit dienstplichtigen met een beroepskader. De bewaking werd al spoedig een vertrouwd gezicht op de vliegbasis. Voor verdediging van de vliegbasis tegen luchtaanvallen werd een aantal bases beschermd door zwaar luchtdoelgeschut van de Territoriale Luchtdoelartillerie.
Toen medio jaren ’50 duidelijk werd dat de Sovjet Unie over atoomwapens beschikte was het nodig om voor de verdediging van de vliegbases andere maatregelen te nemen. Allereerst werd besloten om alle niet operationeel benodigde instanties in oorlogstijd weg van de vliegbasis te legeren. Verder werden op alle operationele vliegbases aan het eind van de startbaan zgn Local Control Bunkers aangelegd, waardoor de verkeersleiding in oorlogstijd niet op de uiterst kwetsbaar geachte verkeerstoren behoefde te zitten, en gewoon kon blijven functioneren. Het verspreiden van jachtvliegtuigen was meestal om praktische redenen niet mogelijk. Daarom hadden de meeste vliegbases een verspreidingsplan voor vliegtuigen op de basis. Op bijv. Vliegbasis Soesterberg werd een verspreidingsgebied voor vliegtuigen oost van de vliegbasis aangelegd (The Far East), dat nu deel uit maakt van het militaire oefenterrein de Vlasakkers. Zie plaatje.
![Afbeelding](http://i6.Photobucket kan niet worden gebruikt. Upload foto's direct naar het forum./albums/y228/leopoldnl/SSB-Far-East.jpg)
Het verspreiden van militaire vliegtuigen door Nederland was ook een mogelijkheid. Zo is de Vliegbasis Deelen jaren lang de verspreide opstelling van een van de squadrons van de Vliegbasis Leeuwarden geweest. Andere plannen om vliegende eenheden vanaf andere vliegvelden dan hun thuisbasis te laten opereren, werden als te duur en te ingewikkeld van de hand gewezen. Voor het geval dat een vliegveld volledig vernield zou worden, waren 3 vliegvelden als zgn Reserve Vliegveld aangewezen. Dit waren Woensdrecht, Ypenburg en Deelen. Ook Gilze Rijen heeft nog een tijdje de status van reserve vliegveld gehad, als ik me niet vergis.
Op Gilze-Rijen werden hoge scherfwallen, aan de binnenkant verstevigd met betonplaten gebouwd. Deze ‘dispersals’ liepen parallel aan de Langenbergse Weg. Deze zijn inmiddels weer afgebroken.
Later in de jaren ’60 werd de Territoriale Luchtdoelartillerie opgeheven. Hiervoor kwam in de plaats per vliegbasis een Afdeling Lichte LuA met elk 3 batterijen uitgerust met een L4/5 vuurleidingsradar en 3 Bofors 40/L60 40mm luchtdoelgeschut. Dit geheel werd aangevuld met een klein aantal vierling .50 mitrailleurs. Naar mijn mening wapens die al in de jaren ’60 verouderd waren, maar goed, er was niets anders en het mocht vooral niet te veel kosten.
Hieronder een voorbeeld van een verspreidingsplan Vlb Volkel, zoals dat in de jaren ’60 voor ieder vliegveld bestond.
![Afbeelding](http://i6.Photobucket kan niet worden gebruikt. Upload foto's direct naar het forum./albums/y228/leopoldnl/VKL-Verspreiding2.jpg)
Je kunt hier goed zien hoe de diverse vliegbasis instanties verspreid werden over de kantonnementen Boekel en Erp. In Erp lag ook al in vredestijd het Wing Operations Centre, dat in oorlogstijd werd uitgebreid met diverse andere instanties, die de locatie Erp in gebruik namen. Alle verspreidingsgebieden moesten westelijk van de vliegbasis liggen, zodat bij een eventuele aanval met atoomwapens, de meestal zuid westelijke wind de fall-out naar het oosten zou blazen. Zo hoopte men dat men in de verspreidingsgebieden nauwelijks last van de neveneffecten van het atoomwapen zou hebben.
Voor de grondverdediging werd de Luchtmacht Bewaking uitgebreid met zgn Object Bewakings eenheden. Ook dit waren mobilisabele squadrons, meestal van ex-landmachtmilitairen die geen mobilisatiebestemming meer hadden. Om hun werk goed te kunnen doen, moesten gebieden ruim om de vliegbasis tot verboden gebied worden verklaard. Binnen deze verboden gebieden konden dan de OB-squadrons hun werk doen, bewoners van de gebieden zouden van pasjes worden voorzien, zodat ze gewoon bij hun huis konden komen.
Hieronder de indeling van de bewakingseenheden voor Volkel en De Peel, in de jaren ’60. Later zijn deze gebieden behoorlijk verkleind. En ik vermoed dat het tegenwoordig nauwelijks meer mogelijk was om dit soort gebieden zo uitgebreid in te stellen als op deze kaart is weergegeven. Het gebied is vele malen dichter bevolktdan 40 jaar geleden.
![Afbeelding](http://i6.Photobucket kan niet worden gebruikt. Upload foto's direct naar het forum./albums/y228/leopoldnl/Vkl-DP-OB-area.jpg)
Ik herinner me ergens in 1976 een herhalingsoefening op Volkel te hebben meegemaakt, waarbij inderdaad al dit soort OB-squadrons daadwerkelijk opkwamen. Ik geloof wel een man of 1000, inclusief de LuA. Een van de al wat oudere opgeroepenen, die inmiddels aardig in het bedrijfsleven had geboerd, kwam met een fraaie Mercedes het terrein op rijden. Hij vroeg waar zijn accommodatie voor de komende 2 weken zou zijn. Toen hij op de op het A-kamp opgestelde tenten werd gewezen, mompelde hij iets van dat dit hem toch echt iets te min was. Hij draaide ter plaatse om en reed naar een hotel in de buurt, en heeft van daaruit aan de oefening deelgenomen. Dit soort Herhalingsoefeningen liep onder de codenaam: Oefening Huifkar.
Het volgende artikel gaat over de luchtverdediging van de Vliegbases met Hawk raketten en Flycatcher radars, daarna zal ik als afsluiting van het geheel aan de ‘Joegoslavië Trilogie’ beginnen