Belevenissen tijdens de Koude Oorlog
Geplaatst: 18 jul 2009, 15:46
Goed dan, op veelvuldig verzoek (van René ) zal ik wat 'Koude Oorlog' verhalen
opschrijven. Om het geheel een beetje on topic te houden begin ik met bunkers, waarin ik
in de loop der jaren heb gewerkt en in mijn eentje de gehele Russische luchtmacht op afstand heb weten te houden - echt waar )
Helaas was dat in die dagen allemaal zo geheim, dat ik in al die jaren nooit foto's heb kunnen maken, iets waar ik nu nog steeds spijt van heb.
In 1972 werd ik naar het Sector Operations Centre (SOC) in Uedem overgeplaatst. Vlak bij Uedem, niet ver van Kleve en Nijmegen lag deze bunker met 3 verdiepingen. Hij ligt er
overigens nog steeds, en is de laatste 10 jaar behoorlijk uitgebreid. De luchtverdediging van Duitsland, Nederland en Belgie werden vanuit dit soort bunkers
gecoördineerd. Duitsland was in die tijd (tot 1989) officieel door de geallieerden bezet, en om die reden was de luchtverdediging van Duitsland een verantwoordelijkheid van de Engelsen in het Noorden en de Amerikanen in het Zuiden. In totaal lagen er in Duitsland 4 van deze bunkers
De dagelijkse leiding van de operaties was dus in handen van een Engelse Sector Controller. Er waren in het SOC altijd 24 uur per dag een 2-tal Engelse officieren gevechtsleiding aanwezig, zodat als de Sectrol Controller een aantal vliegtuigen de lucht in stuurde, ook de onderschepping van binnendringende vliegtuigen door Engelsen zou worden uitgvoerd.
De rest van de bunkerbemanning bestond uit Duitsers, Belgen een Franse verbindingsoffcier (die bijna altijd blonk door afwezigheid) en een handjevol Nederlanders, waarvan ik er een was en ook nog een vriendelijke meneer die iets te maken had met de civiele verdediging - we vermoedden dat hij de sirenes voor het luchtalarm moest bedienen. Ook deze meneer zag ik bijna nooit, behalve als we gingen eten.
In de bunker werd een aantal taken uitgevoerd:
Track Productie: Het radarbeeld werd continu bekeken, om te zien of er rond de grens met Oostduitsland verdachte activiteit waar te nemen was. Alle vliegtugen werden van sybooltjes voorzien en netjes in categorieen ingedeeld. De NATO radastations waren allemaal door middel van een data link systeem met elkaar verbonden, zodat iedereen hetzelfd luchtplaatje had. In 'onze' bunker in Uedem was bovendien een extra vooruitgeschoven post van SHAPE (Het hoogste NATO hoofdkwartier in Mons in België) die ook door middel van datalink en allerlei codes het luchtbeeld boven het Warschau Pakt continu in de gaten hield, en alle afwijkingen onmiddellijk aan zijn hoogste baas moest melden. Ook werd er op een grote plexiglas kaart handmatig de plots van de Deense radar op het eiland Bornholm weergegeven. Door zijn ligging kon dit station goed Oost Duitsland en Polen overzien.
Fighter Control. In de grote Ops Room, waar ik ook werkte, stonden wel 20 radarscopes met 2 werkposities elk, van waaruit jachtvliegtuigen naar hun doelen konden worden gepraat. Er was altijd een aantal gevechtsleidingsofficieren aanwezig om 365 dagen per jaar meteen in aktie te kunnen komen.
SAM Control. Het aansturen van de geleide wapens. Wij hadden 2 consoles voor 4 personen, van waaruit we de 6 Nike bataljons in onze Sector moesten controleren. We konden doelen doorgeven via directe telefoonlijnen, straalzenders of data link. In onze Sector lagen 2 Nederlandse NIKE eenheden: 1 en 2 GGW. Twee Belgische: de 9e en 13 Wing geleide tuigen, zoals onzE Belgische vrienden ze noemden. En 2 Duitse 21 Flarak (= Flugabwehr Raketen) en 22 Flarak. Wij spraken alleen met de Operation Centres van de bataljons, en niet met de individuele raketbatterijen.
(Wordt vervolgd)
opschrijven. Om het geheel een beetje on topic te houden begin ik met bunkers, waarin ik
in de loop der jaren heb gewerkt en in mijn eentje de gehele Russische luchtmacht op afstand heb weten te houden - echt waar )
Helaas was dat in die dagen allemaal zo geheim, dat ik in al die jaren nooit foto's heb kunnen maken, iets waar ik nu nog steeds spijt van heb.
In 1972 werd ik naar het Sector Operations Centre (SOC) in Uedem overgeplaatst. Vlak bij Uedem, niet ver van Kleve en Nijmegen lag deze bunker met 3 verdiepingen. Hij ligt er
overigens nog steeds, en is de laatste 10 jaar behoorlijk uitgebreid. De luchtverdediging van Duitsland, Nederland en Belgie werden vanuit dit soort bunkers
gecoördineerd. Duitsland was in die tijd (tot 1989) officieel door de geallieerden bezet, en om die reden was de luchtverdediging van Duitsland een verantwoordelijkheid van de Engelsen in het Noorden en de Amerikanen in het Zuiden. In totaal lagen er in Duitsland 4 van deze bunkers
De dagelijkse leiding van de operaties was dus in handen van een Engelse Sector Controller. Er waren in het SOC altijd 24 uur per dag een 2-tal Engelse officieren gevechtsleiding aanwezig, zodat als de Sectrol Controller een aantal vliegtuigen de lucht in stuurde, ook de onderschepping van binnendringende vliegtuigen door Engelsen zou worden uitgvoerd.
De rest van de bunkerbemanning bestond uit Duitsers, Belgen een Franse verbindingsoffcier (die bijna altijd blonk door afwezigheid) en een handjevol Nederlanders, waarvan ik er een was en ook nog een vriendelijke meneer die iets te maken had met de civiele verdediging - we vermoedden dat hij de sirenes voor het luchtalarm moest bedienen. Ook deze meneer zag ik bijna nooit, behalve als we gingen eten.
In de bunker werd een aantal taken uitgevoerd:
Track Productie: Het radarbeeld werd continu bekeken, om te zien of er rond de grens met Oostduitsland verdachte activiteit waar te nemen was. Alle vliegtugen werden van sybooltjes voorzien en netjes in categorieen ingedeeld. De NATO radastations waren allemaal door middel van een data link systeem met elkaar verbonden, zodat iedereen hetzelfd luchtplaatje had. In 'onze' bunker in Uedem was bovendien een extra vooruitgeschoven post van SHAPE (Het hoogste NATO hoofdkwartier in Mons in België) die ook door middel van datalink en allerlei codes het luchtbeeld boven het Warschau Pakt continu in de gaten hield, en alle afwijkingen onmiddellijk aan zijn hoogste baas moest melden. Ook werd er op een grote plexiglas kaart handmatig de plots van de Deense radar op het eiland Bornholm weergegeven. Door zijn ligging kon dit station goed Oost Duitsland en Polen overzien.
Fighter Control. In de grote Ops Room, waar ik ook werkte, stonden wel 20 radarscopes met 2 werkposities elk, van waaruit jachtvliegtuigen naar hun doelen konden worden gepraat. Er was altijd een aantal gevechtsleidingsofficieren aanwezig om 365 dagen per jaar meteen in aktie te kunnen komen.
SAM Control. Het aansturen van de geleide wapens. Wij hadden 2 consoles voor 4 personen, van waaruit we de 6 Nike bataljons in onze Sector moesten controleren. We konden doelen doorgeven via directe telefoonlijnen, straalzenders of data link. In onze Sector lagen 2 Nederlandse NIKE eenheden: 1 en 2 GGW. Twee Belgische: de 9e en 13 Wing geleide tuigen, zoals onzE Belgische vrienden ze noemden. En 2 Duitse 21 Flarak (= Flugabwehr Raketen) en 22 Flarak. Wij spraken alleen met de Operation Centres van de bataljons, en niet met de individuele raketbatterijen.
(Wordt vervolgd)