Re: S-3 KAZEMATTEN
Geplaatst: 19 jan 2015, 05:53
Is geen S-Kazemat maar een Engelse Pillbox (in Frankrijk).
JK
JK
Het online discussieplatform over verdedigingswerken
https://www.fortificatieforum.nl/
10 mei 1940 Reserve 1e Luitenant C.A. van Klinkenberg was Compagnie Commandant
Verslag Sergeant F.A. van Liempt: >>”.... Het artillerievuur werd geopend nadat we ongeveer een uur heen en weer hadden geschoten. Overal angstige gezichten. Het was een lawaai dat horen en zien je verging. Kazemat na kazemat werd buiten gevecht gesteld. Het begon bij kazemat 90 en zo vervolgens op onze stelling, artillerie-granaten en mortieren vlogen over ons heen. Toen plotseling een geweldige knal; onze kazemat was getroffen. De stukken vlogen om ons heen. Maar onze groep was nog intact. Het was alles behalve prettig; we hadden allemaal onze eigen gedachten. Maar ondertussen werd er zwaar gevuurd vanjewelste. Ik gaf opdracht geen onnodige munitie te verspillen. In order sergeant, was het laatste woord wat ik van onze kazemat gekregen heb. Nog geen 10 minuten later kwam er een voltreffer door het rechter schietgat en maakte een einde aan het leven van drie dappere soldaten, waar je ruim 12 maanden lief en leed mee gedeeld hebt; totaal verbrijzeld, Dit was om 8:30 uur. Ik heb toen mijn put weer betrokken en aan de overige soldaten - om hen niet van streek te maken - gezegd dat de mitrailleur onklaar was geraakt en dat we verder op onze geweren moesten vertrouwen. Na een uur schoten ze de borstwering (een ijzeren plaat) van mijn kameraad naast mij weg. Die plaat kwam juist in zijn put terecht. Gelukkig viel het mee want even later hoorde ik hem alweer roepen: “Hoe gaat het met jouw sergeant?”....Ineens was alles - of het was afgesproken - muisstil.....<<
In de Rode Kruispost probeert men alles zo goed als mogelijk in de gaten te houden. Dan komt er die voltreffer op 95 S... Soldaat Jan Bavinck wil er naar toe. Hij weet niet dat alle hulp voor de 95 S al te laat is. Onderweg naar zijn kameraden wordt hij dodelijk getroffen. Voor hem is de oorlog na 5 uur voorgoed afgelopen...
Lijst gesneuvelden 95 S
Soldaat M. van 't Geloof uit Ouddorp (31 jaar)
Korporaal A.J. Jacobs uit Helmond (28 jaar)
Soldaat J. Poppeliers uit Valkenswaard (35 jaar)
iets veder lag het lichaam van Hospitaal soldaat J. Bavinck geboren te Breda (24 jaar) onderweg naar 95 S om zijn kameraden te helpen.
De S-95 was het doelwit voor de 254e Infanterie Division, vierte welle division. Daarin zat een percentage van wel 10% Landwehr, wat militairen bevatte van 40 jaar of ouder, die in 1918 nog gemobiliseerd waren geweest. Daarvan was een niet onaanzienlijk deel nog met oude uniformen uitgerust. We zien dan ook in deze eenheid ook nog veel oude helmen terug. Deze divisie was voor een groot deel uitgerust vanuit het staande leger en dus nog ruim voorzien met oude meuk. Zware mitrailleurs waren nog Spandau MG08, met zelfs MG08/15 lichte mitrailleurs bij de ondersteuning ipv de MG30 of MG34. De poetjes bij de onderofficier op de foto is vrijwel zeker gewoon zijn Landwehr uitrusting. Zijn Tuchhose (broek) is ook al van een gedateerd type, want die lichte piping op de zoom is van een oud Reichswehr type. Zijn Dienstrock is eveneens gedateerd, met de zeer brede witte kraagafzetting voor Unteroffizier. De man is ook WOI gedecoreerd. Duidelijk dus dat we hier een Landwehr man hebben die zelfs in WOI vocht en dus in 1940 al minstens 40 was, vermoedelijk al ouder.
In 1934 had Duitsland 150.000 militairen. In 1939 bij de mobilisatie 3,5 miljoen en in mei 1940 waren er reeds 5 miljoen onder de wapenen. Die moesten allen worden voorzien van uniformen en schoeisel. Als je ziet wat de grootste belemmering voor de para’s was, dan was dat het gebrek aan zijde. Er waren enorme rupsenplantages ingericht om maar voldoende zijde te kunnen oogsten, maar het was net aan genoeg om twee regimenten van para’s te voorzien en een voorraad parachutes over te houden voor voorraden. Duitsland werd vooral geremd door zijn gebrek aan middelen en zijn logistieke capaciteiten (c.q. beperkingen). Een jaar later zou je deze puttees hoogstens nog terugzien bij landwachters, ofwel de bezettingseenheden in eigen land en nabije omgeving.