link:
http://web.inter.nl.net/users/F.Keller/ ... -2_web.pdf page 31 t/m 36
Het schijnvliegveld in de Ondernemingspolder (Zwartewaal)
Jeroen Rijpsma
Verscholen tegen de dijk van de Ondernemingspolder ligt een
herinnering aan de Tweede Wereldoorlog.
Direct na de Duitse bezetting in mei 1940 kreeg elk vliegveld in
Nederland in de nabijheid, of op enige afstand één of enkele
zogenaamde schijnvliegvelden (ScheinFlugHafens) om verwarring
te veroorzaken bij de Britse vliegers die als doel hadden de
operationele vliegvelden te bombarderen. De Luftwaffe hoopte met
de schijnvliegvelden niet alleen aanvallen op echte vliegvelden te
voorkomen, maar ook om geallieerde vliegtuigen bij deze valstrik
onder vuur te nemen. Ten slotte diende een schijnveld als locatie
waar Duitse bommenwerpers een eventuele overbodig geworden
bomlading konden droppen voor de landing.
Zo werd nabij Vierpolders in de Ondernemingspolder, tussen Brielle
en Zwartewaal, een schijnvliegveld aangelegd. Dit nepvliegveld zou
de aandacht van Britse piloten voor het vliegveld Waalhaven bij
Rotterdam moeten afwenden. Tegelijk was een stelling met zwaar
luchtdoelgeschut aan de Krommeboomweg gemaakt nabij het
Kanaal door Voorne. Behalve de vier stuks 8,8 cm kanonnen (Flugzeug
Abwehr Kanone; FLAK), waren hier enkele luchtafweermitrailleurs
voor de korte afstand.
De Ondernemingspolder was een voldoende groot en vlak terrein
om als nepvliegveld te kunnen dienen. Om de illusie vanuit de lucht
te wekken dat er start- en landingsbanen aanwezig waren werden
normaliter lange stroken graszoden gestoken en/of grond geëffend
om een duidelijk contrast te creëren met het omliggende weiland en
akkers. Door bijvoorbeeld zodra de duisternis intrad naast de baan
twee rijen (olie)lampen te ontsteken werd de suggestie gewekt dat
dit de baanverlichting was van de start- of landingbaan. Deze
lampen hingen onder een houten afdakje waarvan een zijde was
afgedekt zodat het licht alleen op de start- of landingsbaan viel. In de
Ondernemingspolder werd echter een andere methode gebruikt. Hier
werd door middel van rijen houten 'borden' een landingsstrip
geënsceneerd. Deze borden waren één meter in het vierkant en
waren aan één zijde wit, aan de andere zijde groen geschilderd.
Zodra de avond inviel werden de borden met de witte zijde omhoog
gelegd en werd een olielamp op het bord geplaatst. Bij het ochtendgloren
werden de borden weer omgedraaid. Mogelijk werd ook met
lichtkogels of lichtsignalen de aandacht getrokken. Volgens rapportages
van de RAF viel één en ander vanuit de lucht zo erg op, dat de
vliegvelden als lokmiddel eigenlijk haar doel voorbij schoot.
De schijnvliegvelden werden in de regel voorzien van nephangars en
barakken om alles zo veel mogelijk te doen lijken op een echt vliegveld.
Zelfs werden hiertoe namaakvliegtuigen van hout geplaatst.
Vermoedelijk is dit laatste niet in de Ondernemingspolder gebeurd.
Wel was in het midden van de polder, tussen de start- en landingsbaan
een grote nephangar gebouwd. Dit bouwwerk had hoge
wanden maar was niet voorzien van een dak. Vermoedelijk zou dit
object vanuit de lucht al wel herkend worden als een hangar. Ook
was onder aan de Maasdijk, in de zuid-oostelijke hoek van het vliegveld,
een houten barak gebouwd. Deze barak was echter voorzien
van camouflagenetten wat erop duidt dat juist dit bouwwerk niet uit
de lucht moest worden waargenomen. Hier verbleven namelijk de
manschappen die werkzaam waren op het vliegveld. Naast de barak
was een kleine (schuil)bunker gebouwd. Een dergelijke, weliswaar
andersoortige bunker, is ook bij het schijnvliegveld bij Ouddorp
gebouwd, waar deze als zogenaamd Blinkfeuer werd gebruikt. In
feite ging het hier om een lichtbaken, zichtbaar voor piloten. Het is
echter niet duidelijk of dit, overeenkomstig de eerder genoemde
lichtsignalen, bedoeld was om aandacht te trekken, of dat dit een
werkelijk richtingsbaken was voor Duitse vliegers. Een belangrijke
overeenkomst tussen beide bunkers is het 'schietgat' richting het
vlakke vliegveldterrein. Mogelijk is dit schietgat gebruikt ten
behoeve van het afgeven van lichtsignalen, maar ook kon het dienen
als nabijverdediging van het terrein.
Het schijnvliegveld in de Ondernemingspolder, met de (nog bestaande) bunker.
gestippeld is ter orientatie de N 57met de Brielse Brug ingetekend.
Twee of drie militairen waren, in ploegendienst, verantwoordelijk
voor het aansteken van de lampen en bleven gedurende de hele nacht
aanwezig op het vliegveld. De manschappen vielen onder de Luftschutzdienst
van het Luftgau Kommando Holland, het onderdeel van
de Luftwaffe dat alle ondersteunende taken verzorgde ten behoeve
van de operationele 'vliegende' onderdelen. De militairen verbleven
alleen tijdens gevaar in de bunker, er stond althans een stapelbed zo
herinnert de heer Touw zich. Één van de militairen was de al wat
oudere Willy uit Oostenrijk, die de leiding voerde. Volgens overlevering
waren meerdere militairen die op het vliegveld werkzaam
waren, afkomstig uit Oostenrijk en gedroegen ze zich tamelijk grof
richting de bevolking. Wel werd de moeite genomen om tijdens
verhoogde activiteit in het luchtruim de bewoners van omliggende
boerderijen te evacueren. Zo werden de bewoners van boerderij 28
Bunker van het schijnvliegveld aan de Maasdijk bij de Ondernemingspolder. 'Rodenburg', woonachtig nabij het
bunkertje, regelmatig (een enkele maal in de zijspan) midden in de nacht weggebracht naar kennissen of
familie in Zwartewaal. Er zijn meerdere bombardementen uitgevoerd op het
schijnvliegveld, wat er op duidt dat het
vliegveld als lokmiddel heeft gewerkt. De heer Rodenburg weet nog
enkele plekken aan te wijzen waar brandbommen waren gevallen, zo
ook ééntje door het dak van de schuur van de boerderij. Gelukkig is
deze niet ontvlamd. Reeds in 1941 hield het schijnvliegveld, onder
andere wegens het (Duitse) verlies van de 'Slag om Engeland', op te
bestaan. De rust keerde terug in de polder, de activiteiten vonden
vanaf dat moment voornamelijk plaats in de duinen van het eiland,
vooral om een geallieerde invasie te voorkomen.
Over de auteur
Jeroen Rijpsma is werkzaam bij Defensie en ondermeer bekend als
auteur van boeken over bunkers op Voorne en de Radarstelling
Biber.
http://www.bunkerfotos.nl/schijnvliegveld.htm